- Het aantal werkende 65-plussers is de afgelopen tien jaar met bijna 35 procent toegenomen, dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
- Het merendeel van deze groep heeft een baan van meer dan 20 uur per week, met een vast contract.
- Ook blijven de 55-plussers met een hbo- of universitair diploma vaker langer doorwerken dan hun leeftijdsgenoten met een ander diploma.
- Lees ook: Dit zijn de 10 beste landen om met pensioen te gaan, volgens een nieuwe ranglijst
Het percentage werkende 65-jarigen is toegenomen van bijna 15 procent in het tweede kwartaal van 2013 naar bijna 50 procent het tweede kwartaal van 2024, dat lijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De arbeidsparticipatie van 60-plussers is de afgelopen jaren sterk toegenomen, onder andere door de stijging van de AOW-leeftijd. In 2013 werd deze verhoogd naar 65 jaar plus één maand en daarna is deze verder gestegen. Dit jaar ligt de AOW-leeftijd op 67 jaar.
Bij 60- tot 65-jarigen is het aantal werkenden ook toegenomen, van ruim 45 procent in 2013 naar 69 procent dit jaar. Bij 55- tot 60-jarigen steeg de arbeidsparticipatie licht, van bijna 71 procent in 2013 naar iets meer dan 81 procent in 2024.
65-jarige heeft nog vaak vaste baan
Van de werkende 65-jarigen heeft de meerderheid een grote deeltijdbaan van 20 tot 35 uur per week of een voltijdbaan van 35 uur of meer. Dit aantal is de afgelopen jaren dan ook het meest toegenomen. Het aantal 65-plussers met een deeltijdbaan van minder dan 20 uur is de afgelopen tien jaar maar heel licht gegroeid.
De toename van het aantal werkende 65-jarigen was dan ook vooral bij mensen met een vaste arbeidsrelatie. Deze groep nam toe van 50.000 in het tweede kwartaal van 2013 naar 70.000 werknemers in het afgelopen kwartaal. Het aantal zelfstandigen groeide naar 30.000, het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam niet toe.
55-plussers met een hbo- of universitair diploma blijven vaker langer doorwerken dan hun leeftijdsgenoten met een ander diploma. Bij 55- tot 60-jarigen hadden bijna 9 op de 10 hbo- of universitair geschoolden betaald werk, tegenover bijna 7 op de 10 mensen met een vmbo-diploma of daarmee vergelijkbaar.